6Bab412edae07a82aabbd62b1d86b8029bebe573

Belangrijke ontwikkelingen over de waarschuwing tot preventieve stillegging

10 januari 2018

Het afgelopen jaar heeft een aantal belangrijke ontwikkelingen plaatsgevonden over de preventieve stillegging en de officiële waarschuwing. Ook in 2018 staan belangrijke ontwikkelingen op stapel, waaronder een uitspraak van de Raad van State waar een groot deel van bestuursrechtelijk Nederland reikhalzend naar uitkijkt. Deze ontwikkelingen hebben belangrijke gevolgen voor saneringsbedrijven die met een stillegging of een waarschuwing worden geconfronteerd. LXA praat u graag bij in dit artikel.

De waarschuwing en preventieve stillegging

De preventieve stillegging is geregeld in artikel 28a Arbowet. Voordat de Inspectie SZW de werkzaamheden van een bedrijf kan stilleggen, moet de asbestsaneerder eerst officieel worden gewaarschuwd. Indien de asbestsaneerder daarna nogmaals een (soortgelijke) overtreding begaat, kunnen zijn werkzaamheden worden stilgelegd voor (maximaal) drie maanden.

Verzoek tot intrekking van de waarschuwing

Een officiële waarschuwing blijft vijf jaar van kracht. Gedurende die periode loopt het saneringsbedrijf dus een enorm risico dat zijn bedrijfsvoering wordt stilgelegd als opnieuw een overtreding wordt geconstateerd.

Vaak nog onbekend is dat Inspectie SZW een waarschuwing ook weer kan intrekken. Een bedrijf moet daartoe wel een verzoek indienen. Tot voor kort kon dat verzoek pas worden ingediend nadat 1 jaar was verstreken. Per 1 januari 2018 is de wet echter gewijzigd. Hierdoor kan dit verzoek ook al eerder worden ingediend.

Een dergelijk verzoek heeft kans van slagen, als de saneerder goed onderbouwt waarom de waarschuwing moet worden ingetrokken. Het bedrijf kan bijvoorbeeld aantonen dat het voldoende maatregelen heeft getroffen om recidive te voorkomen.

Is de intrekking afdwingbaar bij de rechter?

Als de Inspectie SZW een verzoek tot intrekking van de waarschuwing afwijst, dan zal het saneringsbedrijf kunnen overwegen om naar de rechter te stappen en intrekking van de waarschuwing op die manier af te dwingen.

De Rechtbank Gelderland oordeelde op 9 augustus 2016 echter dat een saneringsbedrijf de intrekking niet kan afdwingen bij de bestuursrechter. Tegen deze uitspraak heeft het saneringsbedrijf hoger beroep ingesteld. Naar de uitspraak van de Raad van State wordt door een groot deel van bestuursrechtelijk Nederland – dus ook buiten de asbestbranche – reikhalzend uitgekeken. Als de Raad van State in 2018 oordeelt dat de waarschuwing een besluit is, dan biedt dit belangrijke mogelijkheden voor saneringsbedrijven. Bedrijven kunnen dan namelijk de intrekking van de waarschuwing afdwingen bij de rechter. Hierdoor kunnen de risico’s van een preventieve stillegging worden beperkt.

Advies

Een preventieve stillegging kan grote (financiële) gevolgen hebben. Voor bedrijven die te maken krijgen met een waarschuwing of een preventieve stillegging, hebben wij de volgende tips:

  1. Verzoek Inspectie SZW om de schriftelijke waarschuwing weer in te trekken. Hierdoor voorkomt u dat de waarschuwing uw bedrijf jarenlang blijft achtervolgen. Onderbouw dit verzoek goed en laat u daarover juridisch adviseren.
  2. Wordt het verzoek afgewezen, laat u dan adviseren over de mogelijkheden om een intrekking juridisch af te dwingen.
  3. Laat een Arboboete altijd toetsen door een juridisch specialist met verstand van asbest. Ook (relatief) lage boetes kunnen immers leiden tot een preventieve stillegging. Matiging van de boete verkleint het risico dat uw bedrijf wordt stilgelegd.
  4. Legt Inspectie SZW uw bedrijf toch (preventief) stil, laat u dan adviseren en bijstaan door een juridisch specialist.

 

Door: Jelle Bekke